Bezoekers website Morsum Magnificat : 1.294.000
Leuven / Lanaken 30 september 2011.

Lees via deze link het online artikel.

--- Wijziging 10:00 03/11/2011

Op 18 mei 2011 recapituleert een medewerkster van een Leuvense organisatie de erbarmelijke leefsituatie in een  studio's van een pand aan de Remy Vandervaerenstraat, 1 te Leuven. Met een ongelooflijk snelle keuring, weliswaar met de natte vinger -omdat het technisch verslag niet werd opgesteld door Wonen Vlaanderen -, verklaart de burgemeester van Leuven al op 23 mei 2011 de woning-en- onbewoonbaar. Martha Falize en nog andere bewoners, staan zondermeer op straat.

OCMW.
Aangezien het hun wettelijke plicht is, komt het OCMW -zoals in de verwijzing van de brief van 23 mei van burgemeester Tobback-, en nadat twee gazetten op 1 juni 2011 een artikel brachten, in actie. Waarom het OCMW dat niet veel vroeger deed zegt heel veel over dat OCMW. De erbarmelijk slechte en gevaarlijke levensomstandigheden van de bewoners in dat appartement, waarin ondermeer Martha Falize woont, werden in de onbewoonbaarverklaring rijkelijk omschreven, maar het “systeem Tobback” kent, in tegenstelling tot Wonen Vlaanderen, geen strafpunten. Op 1 juni 2011 onderschrijft het OCMW een soort huurovereenkomst, ze formuleren het als  "Toekenning van een doorgangswoning van het OCMW", dit voor een periode van maximum vier maanden, we noteren als datum van opstelling 20 mei 2011 en zoals we dat van een volwaardig OCMW kennen, wordt het vervolg een caroussel van sollen met mensen.

Verlengen.
Na de derde verlenging van de overeenkomst voor toekenning van een doorgangswoning van 1 juli 2011, waarbij telkens een maximum periode van vier maanden wordt gehanteerd, heeft het OCMW van Leuven nog steeds geen huurcontract opgesteld, dat gebeurt pas op 1 augustus 2011. Dat huurcontract tussen mevrouw Falize en het OCMW heeft bovendien een looptijd van welgeteld één maand, of dat een wettelijk huurcontract is, betwijfelen wij ten zeerste, of dat allemaal kadert in de taak van een sociale instelling eveneens.

Miskenning van wettelijke verplichtingen.
Dat mevrouw Falize al meteen na de onbewoonbaarverklaring van het appartement aan de R. Vandervaerenstraat een aanvraag had moeten indienen voor een sociale woning, waardoor bij voorrang een toewijzing van een woning had kunnen plaats vinden, is het OCMW van Leuven vergeten te zeggen, toch verplicht art. 17 van het RMI -26 mei 2002- de OCMW's om hun cliënten, zonder dat deze daarom verzoeken, op hun plichten te wijzen, maar óók hun rechten te verklappen.
Op 11 augustus, dus elf dagen nadat het OCMW een huurcontract afsloot, stuurde Dijledal -de eigenaar van het gebouw-,  naar mevrouw Falize al een weinig bemoedigende brief waarin staat te lezen dat de onbewoonbaarverklaring op 23 mei 2011 had plaats gevonden en de aanvraag voor een sociale woning pas op 8 augustus 2011 was ingediend. De brief komt over als "oef we hebben niet lang moeten zoeken om u af te kunnen schepen”. Het feit dat het OCMW de periode, voorzien in artikel 19 van het Kaderbesluit Sociale Huur, niet kon respecteren en het feit dat ze hun cliënten niet correct informeerden -art.17 RMI- is zondermeer een miskenning van hun wettelijke verplichtingen.


Marthe Falize staat na amper vier maanden weer voor een verhuis.

Opnieuw op straat?
Het hoeft geen betoog dat het vinden van een betaalbare sociale woning in Leuven geen sinecure is, ministers als Freya Van Den Bossche en Ingrid Lieten kunnen het tijdens persconferenties en in de gazetten wel goed brengen, maar de praktijk is wel anders. Vooral in een stad als Leuven, met meer dan dertigduizend studenten, is de woontoestand nog schrijnender. Wie in Leuven gewapend met het bedrag van het minimumloon, de toepassing van art. 23 van de Grondwet wil eisen, adviseren we een klacht tegen de Belgische Staat in te dienen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens -EVRM-. Ondertussen blijkt dat Martha Falize de doorgangswoning tegen einde september zou moeten verlaten wat geen probleem zou zijn mocht de bejaarde en minder valide dame een andere woning gevonden hebben, wat niet het geval is.

Best gedaan.
We hebben vandaag van de Voorzitter van het Leuvense OCMW, Erik Vanderheiden, getracht te weten te komen wat het standpunt van het OCMW in deze zaak is. Het komt hier op neer dat iedereen -OCMW, CAW, De Mobil- hun best hebben gedaan, maar dat mevrouw Falize bepaalde eisen stelt, bij een familielid zou kunnen wonen, geen gemeubeld pand wil en ook niet bij de crisisopvang wil terecht komen, wat nogal wiedes is. Wanneer we de Voorzitter niet naar de mond praten worden we meteen verdacht gemaakt "bent u wel journalist, ik zal even naar de VVJ bellen", als we suggereren of het OCMW van Leuven haar wettelijke verplichtingen, de mensen te informeren vergeet na te komen wordt het gesprek alsmaar moeilijker, tot zeer pittig, maar we geraakten er toch niet uit.

In beroep.
We hebben ondertussen de stukken van mevrouw Falize mogen inkijken, we adviseren haar om tegen de OCMW beslissing van 4 augustus 2011 alvast in beroep te gaan én de geldigheid van het op 1 augustus 2011 afgesloten huurcontract bij de Vrederechter te betwisten. Ondertussen is mevrouw Falize toch al begonnen om na vier maanden, zonder een nieuwe woonst in het vooruitzicht, opnieuw beginnen in te pakken, op haar leeftijd geen bemoedigende job. Of het OCMW haar hulp heeft aangeboden? Natuurlijk niet.

Artikel n°: 4.174
Geplaatst op 23:15 30/09/2011
Redactie Morsum Magnificat ® Professioneel
Erik Verbeeck ©