Paginabezoekers website Morsum Magnificat : 1.925.600
Brussel / Lanaken 26 december 2012

Vicepremier, minister van Binnenlandse Zaken en van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet, minister van Justitie, Annemie Turtelboom en het College van Procureurs-generaal hebben zopas een gezamenlijke rondzendbrief  ondertekend. Deze rondzendbrief, die in werking treedt op 1 januari 2013, heeft betrekking op de wet van 15 mei 2012 betreffende het tijdelijke huisverbod bij huiselijk geweld die op dezelfde dag van kracht zou  worden. U vindt hieronder de overgenomen teksten van de betreffende ministeries.

De wet op het tijdelijk huisverbod
Om de strijd tegen geweld, meer bepaald tegen intrafamiliaal geweld, te versterken, heeft de wetgever met de wet van 15 mei 2012 het openbaar ministerie een extra instrument willen aanreiken.
Concreet kan de procureur des Konings een tijdelijk huisverbod bevelen, indien uit de feiten of de omstandigheden blijkt, dat de aanwezigheid van een persoon in een verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen in diezelfde verblijfplaats. Vooraleer de procureur de Konings echter tot deze beslissing overgaat, zal hij de nodige informatie krijgen van de politie, zoals onder meer de elementen en omstandigheden die hem toelaten te oordelen over de samenlevingssituatie en de duurzaamheid van de verdere samenleving. De politie zal ook de bedoelde plaats zeer precies moeten  omschrijven. De beslissing van de procureur des Konings zal de vorm aannemen van een met redenen omkleed bevel. Voor de “uithuisgeplaatste” houdt dit bevel de plicht in, om onmiddellijk de gemeenschappelijke  verblijfplaats te verlaten, het verbod tot het betreden ervan, zich op te houden in de buurt van de verblijfsplaats of er aanwezig te zijn. Voor de personen vermeld in het bevel is het ook verboden contact op te nemen met degenen die de verblijfplaats bewonen.
PS: de beslissing tot huisverbod zal in principe pas worden genomen, na een verhoor van de betreffende persoon.

Een uitzonderlijke maatregel.
Het tijdelijk huisverbod is een uitzonderlijke maatregel die enkel in acute crisissituaties kan worden toegepast. Het is een preventief instrument. Het doel van de wet van 15 mei is immers onder meer een periode van  afkoeling mogelijk te maken, eventueel om het plegen van misdrijven te voorkomen en om de personen te beschermen wiens veiligheid wordt bedreigd.
Indien er dus een andere manier is om het vertrek van de bedreigende persoon te bewerkstelligen, moet die eerst worden overwogen. Het huisverbod wordt bij voorkeur slechts aangewend wanneer een contactverbod onontbeerlijk lijkt. Er zullen ook bijzondere maatregelen voorzien worden voor eventuele slachtofferzorg.
Het huisverbod kan bijvoorbeeld worden aangewend in het kader van geweld tegen vrouwen en bij partnergeweld. In dat geval moeten de onderrichtingen uit de omzendbrief (COL 4/.2006) betreffende het  strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld worden gevolgd. Het gaat daarbij met name om de deelname aan een responsabiliseringsprogramma voor de geweldplegers, en dat op vrijwillige basis of in het kader van  een bemiddeling in strafzaken.  Het tijdelijk huisverbod kan ook worden toegepast voor mensen die slechts tijdelijk “verblijven” in eenzelfde verblijfplaats. Daarbij heeft het verbod enkel betrekking op feiten die de  lichamelijke of psychische veiligheid van de medebewoners in het gedrang brengen of kunnen brengen. Bedreigingen die enkel betrekking zouden hebben op financiële of materiële veiligheid zijn hierbij uitgesloten.

Beperkte duur van het huisverbod.
De tijdelijke huisverbodsmaatregel kan de procureur des Konings enkel in dringende gevallen opleggen en geldt gedurende maximaal tien dagen. De vrederechter heeft de mogelijkheid deze termijn van tien dagen tot  drie maanden te verlengen. Het vonnis van de vrederechter is vatbaar voor hoger beroep of verzet. De politie vervult in dit tijdelijk huisverbod de facto een belangrijke rol en zal, dankzij haar centrale positie met alle  betrokkenen in contact staan, zowel met de rechtzoekende als met het parket. Zo zal de lokale politie op de hoogte worden gebracht van het verbod, en de volledige informatie zal haar in staat stellen snel en met  kennis van zaken te reageren op de oproepen van de beschermde bewoners. In de praktijk zullen de procureurs des Konings geconfronteerd worden met wettige verzoeken van de “ uithuisgeplaatste ” wanneer die  noodzakelijke, persoonlijke bezittingen wenst terug te krijgen. In eerste instantie zal daarvoor een beroep worden gedaan op een derde.

Doelstellingen van deze gemeenschappelijke rondzendbrief.
- De wet van 15 mei 2012 te verduidelijken
- De toepassing van de wet eenvormig maken, door de invoering van een kader dat geval per geval zal moeten worden toegepast.
- De rol van de verschillende actoren (parket, politie en dienst slachtofferonthaal) en de modaliteiten van hun optreden verduidelijken.
- De parketmagistraten zullen overigens worden uitgenodigd om met de nodige omzichtigheid te handelen en deze uitzonderlijke maatregel enkel weloverwogen te nemen op basis van ernstige informatie die ze hebben ingewonnen.

NVDR.
Wat zal er gebeuren als bijvoorbeeld een Gouverneur zoals Herman Reynders diens vrouw aftroeft -zoals dat in de grote gazet Het Laatse Nieuws werd gebracht-? Uiteraard wordt dat in de doofpot gestopt. Wetten zijn er om selectief op de kleintjes of bij politieke afrekeningen te worden gebruikt. 

Lees hier de omzendbrief 18/2012

Bron : Ministerie Justitie.
          Ministerie Binnenlandse Zaken.

Artikel n° 12/12/4754
Geplaatst op 11:46 26/12/2012

Redactie Morsum Magnificat ® Professioneel.
Erik Verbeeck ©